Femke Dekker over het werk van Armando D. Cosmos

Interview Non-Profit at all Costs 
Geplaatst:
17_Nest_Non-Profit_At_All_Cost_©CharlottMarkus.jpg

De tentoonstelling Non-Profit At All Cost telt acht kunstenaars. We vroegen evenveel experts naar de band met de gepresenteerde werken en de aantrekkingskracht die uitgaat van hun praktijk.

Tekst
  • Joke Hoeven

Het werk van Armando D. Cosmos (zijn echte naam is Adam Bletchley) bij Nest bestaat uit meerdere geweven tapijten die ingaan op een scenario waarin de moderne samenleving zoals wij die kennen, instort. Die grote, dystopische thema’s gieten in zachte, tactiele media is volgens dj, geluidspracticus en docent Femke Dekker wat zijn praktijk typeert. “Het eerst wat je opvalt is de esthetische kant ervan, het zijn práchtige wandkleden, maar dan stap je in het verhaal en dan is het allemaal plots veel obscuurder dan je had bedacht.”

Hoe heb je zijn werk leren kennen?

“Ik was als docent aan het werk bij Sandberg Instituut en gaf les aan de masters Radical Cut-Up. Adam volgde die master en toen ik hem leerde kennen waren ornamenten, symbolen, codes al een heel belangrijk onderdeel van zijn praktijk. Zijn werk was gericht op textiel maar het stadium waarin hij opereerde stond ver van wat je een autonome praktijk noemt. Ik merkte dat hij vooral trachtte te ontdekken wat zijn taal als ontwerper was. Aanvankelijk dacht hij dat in mode te hebben gevonden maar in een latere fase ging hij toch steeds minder toegepast werken richting die autonome praktijk. Maar wel met behoud van zijn fascinaties voor dystopieën, voor alternatieve toekomstscenario’s die er niet al te best uitzien. Het was dus een kwestie van de juiste taal te vinden om ermee om te gaan denk ik, een evenwicht tussen linguïstisch en materialistisch werken.”

Hoe kan je zijn fascinatie voor obscure verhalen vertellen rijmen met fragiele weefgetouwen?

“Als je kijkt naar de geschiedenis en de rol van wandtapijten dan is zijn aanpak om donkere sci-fi taferelen te borduren niet heel ondenkbaar. Wat ze deden bij tapijt van Bayeux, die een veldslag vertelt op de meest bloederige manier, is ook wat hij nu doet. Het is precies wat hij verbeeldt. Een wandkleed is een medium om verhalen te vertellen en niet zozeer mooie sprookjes. Die boodschap brengt hij wel degelijk over, je kan het daarmee vergelijken. Het is storytelling met textiel waarin zowel het speculatieve zit – het heel erg wijzen op de dystopische taferelen voor een toekomst -als het realistische doemscenario waar we rekening mee dienen te houden. Die interpretatie, die hele dunne scheidingslaag tussen fictie en non-fictie, dat maakt het werk zo interessant. En tegelijk ook heel bedreigend. Ik moet er wel bij zeggen, omdat het die zachte textielkwaliteit heeft, duurt het ook even voordat die kant bij je daagt.”

Waarom past zijn werk binnen deze tentoonstelling?

“Armando verweeft (of letterlijk weeft) popcultuur, of hiphopcultuur met traditional crafts uit de middeleeuwen met ideeën van nu en ideëen voor de toekomst. Zijn moniker is bijna een graffiti-achtige naam maar ook een naam die wijst op iets mysterieus. Het heeft iets Nostradamusachtig, de fortune teller, de speculatieve designer. Maar het feit dát hij onder een pseudoniem werkt – ik ken hem als Adam Bletchley – refereert weer naar hiphop, en naar thema’s waar Farida mee werkt. Het is gelieerd aan graffiti-cultuur. Het is niet zozeer de straat, hij past enkel de beginselen toe, zijn werk is ook veel arbeidsintensiever dan een piece zetten, maar alles wat erom heen zit, dat komt wel uit de hiphop scene. Ook het samplen en de samplingtechnieken die hij toepast, hij gebruikt het samplen bijna subtiel als je kijkt naar de symbolen die hij gebruikt, hergebruikt, hercontextualiseert. Wat dat betreft past zijn praktijk naadloos in het straatje van Farida’s pleidooi onder de noemer van de tentoonstelling Non-Profit At All Cost en bij die DIY-houding.

Waarom moet je het werk gezien hebben?

“Je moet zijn werk gezien hebben om met nieuwe vormen van verbeelding kennis te maken. Wat ik ook heel mooi vind aan zijn werk is dat hij de grip op de betekenis ervan voor de toeschouwer helemaal openlaat. Je kan het ook gewoon mooi vinden. Wil je diepere betekenis ervan weten, geeft hij daar ruimte voor. Maar in feite laat hij open hoe je dat werk wil ervaren. I don’t know if it’s a good thing or a bad thing. Het is een statement waarin de mogelijkheid ligt voor jou om een bepaald tij te keren.”