Non-Profit At All Cost

Tentoonstelling in samenwerking met Farida Sedoc

Scenografie en ontwerp
  • Eline Mul

Wat is een visie en hoe ontstaat het? Een visie is in zekere zin de ruimte tussen een vraagteken en een voorstel. Bovenal is het een droom voor de toekomst. Het kunnen formuleren van een visie vraagt om nieuwsgierigheid, moed, fantasie en de generositeit om gedachten te kunnen delen. Nest vroeg kunstenaar Farida Sedoc haar visie voor de toekomst in een tentoonstelling te vertalen.

Farida Sedoc identificeert zich met de verhalen van DJs, MCs, burgerrechtenactivisten en verschillende culturele gemeenschappen. Dit legt niet alleen de basis voor haar onderwerpen, maar bepaalt ook haar levenshouding en culturele positie. In haar kunstenaarspraktijk brengt ze de culturele wortels en erfenis van zwarte muziek en protestbewegingen samen met iconische beelden uit tijdschriften, kranten en digitale media. Ze samplet beelden en verhalen in haar werk en schept daarmee een kristalhelder beeld van de tijdgeest. Met deze beeldcombinaties maakt ze collages, zeefdrukken en grafische uitingen, voor instituten als het Stedelijk Museum Amsterdam alsook in zelfgemaakte zines, platenhoezen en op T-shirts voor actiegroepen en kledingmerken. Haar kunst wordt hiermee voor een grote groep mensen beschikbaar en toegankelijk gemaakt.

Bijbaantjes, ‘de hossel’; ze worden zelden meegerekend als onderdeel van de professionele praktijk van een kunstenaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘dat wat professioneel is’ (de kunst) en de ‘bijbaan’ – dikwijls niet noemenswaardig. Voor deze tentoonstelling zijn de andere talenten en ‘good shitty jobs’ onderdeel van de kunstenaarspraktijk en wordt er niet meewarig, maar met trots naar gekeken.

Sampling is een andere rode draad in deze tentoonstelling ‘Non-Profit At All Cost’. Een proces dat haar roots vindt in hiphop en urban culture, waarbij het citeren van het werk van anderen gezien wordt als een verwijzing naar de reuzen op wiens schouders je staat. De toepassing en uitwisseling is meer dan een artistieke vorm; het dwingt de maker te reflecteren op de eigen context en de bronnen die je aanboort om zo jezelf onderdeel te maken van een groter verhaal. Sedoc wil met ‘Non-Profit at All Cost’ een tentoonstelling neerzetten waar kunstenaarschap, traditie (of ‘legacy’) en ondernemerschap elkaar ontmoeten en worden ingezet voor een hoger doel. Dat is haar visie voor de toekomst. Ze nodigde Roxette Capriles, Armando D. Cosmos, Guido Johanns (†), Herbert Luciole, Sandim Mendes, Eline Mul en Clélia Zida uit om dat samen met haar te doen. Ze zijn kunstenaar, maar ook DJ, ontwerper, muralist, art-director, lichaamswerker en activist; afhankelijk van plaats en context en het liefste allemaal tegelijkertijd. In een interview met Alix de Massiac in Metropolis M zegt Sedoc over ‘Non-Profit At All Cost’:

“Volgens mij wordt Nederland gerund als een BV en is het motto profit at all cost. Als je er ‘non’ voor plaatst stelt het de vraag wat het betekent om niet rendabel binnen die opvatting te zijn. Wat als winst niet het doel is, maar samenzijn? Ik zie de kunstenaars in Nest als de Wu-Tang Clan: iedereen is anders maar we zijn één crew. Wat ons bindt is dat we een maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen om de kijker iets te vertellen waar de wereld nu staat en door welke hoepels we moeten springen om dit te verbeteren.”

In ‘Non-Profit At All Cost’ geven de kunstenaars een bespiegeling van hoe zij de wereld zien en nemen ze een voorschot op de toekomst. Sedoc studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en in die tijd ontmoette ze Guido Johanns.

“Vanuit mijn achtergrond in de hiphopscene is het uitnodigen van mensen die uit de lokale scene komen belangrijk. Je uit daarmee respect, een eerbetoon aan de stad, dan maak je verbinding met de mensen die er wonen. Guido is in 2019 overleden. Ik kende hem al 20 jaar vanuit het nachtleven. Hij reisde veel, woonde in verschillende landen, van Engeland tot Brazilië. Het interesseert me hoe hij met zijn levensstijl symbool staat voor levenskunst, maar ook voor het falen van een politiek systeem. Zijn werk is nooit serieus tentoongesteld en dus leek het me interessant om te kijken wat hij nou eigenlijk maakt en wat we daarvan kunnen exposeren.”

Johanns woonde in kraakpanden en leidde een nomadisch bestaan. Hij zoog street art op, de Caribische cultuur en het ruigere deel van het straatleven waren vormend voor zijn brede artistieke expressie. Veel hiervan legde hij vast op foto’s. Samen met zijn broer Marc vormde hij een soundsystem dat tot op de dag van vandaag wordt voortgezet door zijn broer. Hij was een vrijgevige man en heeft met zijn ziel veel mensen in het hart geraakt en gekleurd. Sedoc is voor deze tentoonstelling samen met de broer van Guido in zijn archief gedoken en heeft uit de vele foto’s een selectie gemaakt die in de tentoonstelling worden gepresenteerd in een levensgrote LP-cover. Ook Clélia Zida is een kunstenaar die Sedoc al lang kent en volgt.

“Wat bij haar interessant is, is dat ze een echte community builder is. Ze heeft tien jaar lang in Amsterdam een bar gerund, Café Belgique, die een belangrijke plek is geweest voor allerlei soorten kunstenaars. Een veilige plek met muziekprogrammering waar we elkaar konden ontmoeten.”

Zida beoefent, net als bijna alle kunstenaars die Sedoc uitkoos voor deze tentoonstelling, naast haar kunstenaarschap ook nog andere professies. Ze is DJ en heeft daarmee een hechte gemeenschap om zich heen gebouwd. Visueel komen deze ‘twee petten’ misschien niet direct zichtbaar naar voren, maar als je het weet zie je het. Zida:

“Binnen mijn praktijk houden muziek en kunst elkaar in evenwicht – ze zijn de band tussen voelen en denken, intuïtie en conceptualisatie. Mijn werk is abstract, minimal en hard edge, het vloeit door in de abstractie die ik zoek binnen de elektronische muziek die ik maak. Beiden zijn compromisloos, helder, uitnodigend en meedogenloos. Of het nu muziek of de beeldende kunst is, patronen, golven, trillingen, kleuren en frequenties nemen een centrale plaats in binnen mijn werk.”

Armando D. Cosmos en Herbert Luciole studeerden samen met Sedoc aan het Sandberg Instituut, waar zij de tijdelijke master ‘Radical Cut-Up’ volgden. ‘SHTF [Shit Hits The Fan]’, het werk van D. Cosmos, bestaat uit meerdere geweven tapijten die ingaan op een scenario waarin de moderne samenleving zoals wij die kennen, instort. Of het nu gemeenschappen zijn die gewapende milities vormen, mensen die goederen hamsteren in zelfgemaakte schuilplaatsen of individuen die off-grid gaan en bushcraft technieken leren, er zijn vele manieren waarop mensen zich voorbereiden in afwachting van TEOTWAWKI (The End Of The World As We Know It). Gebruikmakend van de beeldtaal van oude propaganda voor burgerbescherming, schema’s voor kernwapens uit de Koude Oorlog en activistische posters, tonen de fragmenten in zijn geweven tapijten de nutteloosheid en menselijke onbeholpenheid op het voorbereiden van de vermeende ineenstorting van de aarde.

Herbert Luciole, kunstenaar, activist en ontwerper, bevraagt de fatalistische gedachte dat de wereld sowieso naar de klote gaat – en zoomt met zijn werk in op een van de grootste protestbewegingen van deze eeuw: Occupy Wallstreet. Verspreid over 951 steden in 82 landen gaf de beweging hem en velen hoop en moed. Hoe kon het gebeuren dat zo’n breed gedragen protestbeweging uiteindelijk toch geen standhoudt? Occupy Wallstreet was immers een schoolvoorbeeld van een sociale beweging die had moeten slagen. Een beweging die 99% van de mensheid verenigde tegen die 1% allerrijksten, die uiting gaf aan verzet tegen sociale en economische ongelijkheid en tegen het gebrek aan waargenomen echte democratie in de wereld. Onder schimmige omstandigheden werd het protest opgedoekt. Het idee dat miljoenen vreedzaam protesterende mensen op straat een politiek systeem wezenlijk kunnen sturen blijkt tot op heden een utopie. Luciole nodigt de bezoeker van Nest uit om via zijn digitaal gestuurde ‘Riot Shields’ (anti-oproerschilden), opnieuw te kijken naar protest volgens vier protesttheorieën van Micah White, om zo samen de vraag te beantwoorden: Hoe en wanneer zal de echte verandering beginnen?

De Rotterdamse Sandim Mendes gooit het over een andere boeg en kiest ervoor een hyper persoonlijke familiegeschiedenis als uitgangspunt te nemen. Sedoc zag een werk van Mendes dat haar mateloos boeide en nodigde haar uit hierop verder te bouwen.

“Het werk dat mij heeft aangesproken in de context van de tentoonstelling is een video waarin ze een vrijheidsstrijder belichaamt die zijn manifest aan het schrijven is. De kracht van een strijder die eigen regels creëert en die waarden vervolgens ook wet laat worden middels een manifest vond ik inspirerend.”

Voor ‘Non-Profit At All Cost’ ontwikkelde ze een dialoog tussen haar twee grootvaders en de posities die zij kozen ten tijde van de koloniale bezetting in Kaapverdië door de Portugezen. De twee protagonisten, ieder hoofd van hun eigen gezin, moesten afwegingen maken binnen hun bestaan: persoonlijke keuzes die direct als een politiek statement werden geïnterpreteerd door de eigen gemeenschap, alsook door de kolonisten. De ene grootvader, Januari genaamd, hield zich vast aan zijn principes en aan zijn geloof voor rechtvaardigheid en streed tegen de kolonisten. De ander, Rapasinho, werd gezien als verrader van zijn eigen volk. Beiden maakten hun eigen afwegingen om te overleven, keuzes waarvan de consequenties nog voelbaar zijn in het leven van Mendes. Hoe werkt intergenerationeel trauma door en hoe breek je met tradities die pijnlijk zijn? Kan je begrip en empathie opbrengen voor keuzes van eerdere generaties, en hoe leven die door in de toekomstige? ‘E ka so bo, E mi ku tudu (= it’s not only you, it’s me as well)’ geeft een bespiegeling op deze vragen en nodigt je uit onderdeel te worden van dit gesprek.

Kunstenaar Roxette Capriles kiest ook voor een meer persoonlijke benadering. Ze zoekt contact met haar publiek en wil hen onderdeel maken van haar visie. Samen ‘op-dromen’, zoals je ook samen op kunt lopen. Dit doet ze “om met de maatschappij om te gaan, om te overwinnen, om betrokken te blijven en niet op te geven. Om te streven naar dromen buiten de economische orde. De maatschappij is iets om je voor te stellen, niet om te verdragen”, aldus Capriles die zichzelf een artiest, een professioneel amateur, een brug, vechter en minnaar noemt. Zij reageert op de levensverhalen en wereldbeelden om haar heen, en verbindt deze aan grotere verhalen over de sociale en economische patronen in de samenleving. Voor Nest maakt ze een ‘Wishful Thinking Well’.

“De put is een visualisatie machine voor de meest waarachtige wensen. Het is de inhoud van mijn ziel. In een woestijn van verwaterde symbolen en ontzielde bewegingen, probeer ik aan de toekomst te denken, maar ik heb geen concreet plan.”

Voor de wensput van Capriles wordt iedereen in Nest uitgenodigd om zelf valuta te maken, deze te drukken en in de metershoge put te gooien, tegelijkertijd denkend aan een wens voor de toekomst.

En dan is er het werk van Farida Sedoc zelf. Haar interesse in de toekomst van geld en simultaan in de betekenis van waarde en ruilhandel blijft ze voortdurend onderzoeken. Jaarlijks ontwerpt Sedoc haar eigen kenmerkende munt, geïnspireerd op haar eigen archief om alternatieve denk- en ruilpatronen te creëren. Oude, huidige en toekomstige valuta’s (her)print ze, zowel echte biljetten als denkbeeldige. Hierbij maakt ze nu uitsluitend gebruik van het beeld van een vrouwelijk boegbeeld: Marie de Man, afkomstig van het Surinaamse twee gulden vijftig muntbiljet, beter bekend als de ‘kotomisi’, gedateerd uit 2 juli 1967. De vrouw op het biljet is haar eigen tante. De titel van de munt verwijst naar Artikel 1 van de grondwet: gespecificeerd als de rechten van de vrijheid voor ieder mens op aarde. In Nest zie je die nieuwe munt als grote muurschildering terug in de tentoonstelling. Tot slot toont ze een groot doek waarop de woorden ONE LOVE (conspiracy) in het midden prijken:

“De wereld is complexer geworden, dingen zijn grijzer dan ze eerst waren. Daarbinnen is het gevoel van ‘de gemeenschap’ heilig; dat mensen je insluiten en laten zien hoe we met elkaar omgaan, wat cultuur is en dat rustig aan elkaar uitleggen. Alleen zo geloof ik dat je echt kunt groeien. De wereld gaat door. Met of zonder je en je moet je er actief voor inspannen om onderdeel te zijn, om plekken te creëren waar mensen kunnen zijn, waar wezenlijk contact ontstaat vertrekkend vanuit gelijke waarden. En dat moet bevochten worden in een wereld die als een machine draait mét een winstoogmerk.”

Zo zoekt Sedoc met ‘Non-Profit At All Cost’ naar de balans tussen artistieke toekomstvisies, samenkomst en economische onafhankelijkheid, om werk te kunnen maken dat niet alleen een maatschappelijke boodschap uitdraagt maar ook liefde brengt en mensen met elkaar verbindt.

Tekst: Heske ten Cate

* Quote afkomstig uit een interview met Farida Sedoc door Alix de Massiac, gepubliceerd in Metropolis M nr. 3, juni/juli 2022

Mede mogelijk gemaakt door
  • MFO_LOGO_RGB_ZWART_SMALL.png
  • DH_black.png
  • SCI_Woordbeeld_NL_4_regels_CMYK.png
Pers